De bende van Jan de Lichte
Het verhaal en de feiten
Jan de Lichte werd geboren te Velzeke op 7 april 1723, in een kroeg van bedenkelijk allooi uitgebaat door zijn ouders. Gedurende zijn turbulent leven werd Vlaanderen leeggeroofd en continu bezet door vreemde mogendheden. Het gevolg was bittere armoede bij grote lagen van de bevolking met als nasleep een criminaliteit die welig tierde.
Rondzwervende marginalen, zoals Jan de Lichte, clusterden samen en vormden dievenbendes. Deze gevaarlijke cocktail was de voorbode van het noodlot dat zich op 13 november 1748 voltrok. Op die dag werd Jan de Lichte geradbraakt te Aalst, nadat hij schuldig bevonden werd aan drie moorden, twee moordpogingen en talrijke diefstallen. Samen met hem werden er nog andere bendeleden terechtgesteld, naar de galeien gestuurd, gegeseld of verbannen uit onze contreien.
Deze historische feiten staan in schril contrast met de geromantiseerde verhalen over zijn leven. Hierin wordt Jan de Lichte immers voorgesteld als een volksmenner die stal van de rijken om de buit te verdelen onder de minstbedeelden. Tevens manifesteert hij zich in deze kronieken tot een vrijheidsstrijder die in opstand kwam tegen de Franse bezetter en de heersende onrechtvaardigheid.
In dit boek wordt dit verheerlijkt verhaal met de historische context geconfronteerd, afgewogen en verweven. Op die manier krijgt de lezer een accuraat beeld over Jan de Lichte en zijn leefwereld.
Henri Van Nieuwenborgh schreef ook over De bende van Nijvel.